Dordrecht en de processen met de heer van Papendrecht, van viswater tot buitenpolder
Cees van der Esch
Het betreft hier een oude buitendijkse vindplaats (ten zuiden van het Bosch) uit de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw die niet alleen bij een aantal Papendrechtse jongens, maar ook bij enkele Dordtenaren en daarbuiten bekend stond[1]. Alleen met laag water was het goed te belopen, vooral met oostenwind kon men over een lengte van een kilometer de rivieroever afstruinen op zoek naar pijpenkoppen, munten, glas- en aardewerk. Vuilstort uit vroeger eeuwen langs steden aan het water is een normaal verschijnsel. Ook aan de buitenrand van Dordrecht langs de Oude Maas werd naar oude voorwerpen gezocht en gevonden, hoewel daar de strook langs de huizen veel smaller was. Maar dat een stad haar vuilnis aan de overkant van een rivier langs een andere gemeente liet storten is waarschijnlijk iets minder gebruikelijk. Dordrecht wist zijn afval altijd wel te verwerken bij uitbreiding in de binnenstad, dat getuigt de bodem met zijn dikke ophogingspakketten aangevuld met klei. Maar vanaf de 17de eeuw zocht men naar de randen van de stad en daarbuiten om hun stadsvuil kwijt te raken, dat zal hierna blijken.
Wat begon als jongens van 11 en 12 jaar achter het buitenpoldertje, wat in de winter vaak voor de helft werd gebruikt als ijsbaan, waagden we het op iets latere leeftijd de oever van het Pontonniersterrein te betreden. Hier stond het grote ijzeren bord met het opschrift: VERBODEN TERREIN. Aan dit stuk oever was het iets vondstenrijker, dus interessanter om te zoeken. Dit hele buitengebied is vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw volgebouwd. In 1961 werd ik door de rivierpolitie ‘betrapt’ op het fotograferen van een militair terrein. Het filmpje werd onmiddellijk in beslag genomen.
Toen later bleek dat er van spionageactiviteiten geen sprake was, kreeg ik de opnamen ontwikkeld en afgedrukt terug[2]. Hier lagen zelfs nog 1 of 2 houten roeren van grote oude zeilschepen die nooit helemaal boven water kwamen[3]. De schop kwam al snel te pas om het glas en aardewerk op te graven, waarbij het kleine zeer dunwandige glas van medicijnflesjes snel brak. Het aardewerk, waaronder papkommen, forse steelpannen, borden, olielampjes en pispotten was vaak al incompleet. Na een nacht met het vloedwater overspoeld te zijn geweest, konden we de volgende dag de bloot gekomen munten (vooral duiten) oprapen. Niet alleen munten en de kleine Neurenbergse reken/speelpenningen, ook lakenloden, tol/belasting (o.a. scheepvaart)- en verzegelloden uit de 18de en 19de eeuw werden gevonden. Voorts bronzen en tinnen knopen, enkele tinnen lepels en messen, spelden en gespen waaronder fraaie tinnen schoengespen uit de 18de eeuw[4]. Ook schoeisel en bewerkt been ontbrak niet, alsook slachtafval van vooral koeien. Zeldzaam is een botonderdeel van een walvis! Waar eveneens vondsten werden gedaan was aan het strandje bij Motorenfabriek Van Rossum (AVAROS), dus langs de haven van de Pontonniers aan de kant van de Veerdam. De meeste zoekers hadden dat niet in de gaten (in een half uur tijd vond ik een keer na mijn werk 10 munten!). Zo kan ik nog wel even doorgaan. Het mag duidelijk zijn dat de vuilstort vrijwel over het hele buitengebied verspreid ligt en lag, ook rond de aanlegsteiger van het veer recht tegenover de oude stad tot en met het haventje van Aviolanda nu de waterpartij bij het Slobbengors. Het zoeken was grotendeels afgelopen door de Deltawerken; het afsluiten van het Haringvliet in 1970 had tot gevolg dat het water bij ebstand te hoog bleef staan. Kort daarna werd de buitenpolder opgespoten voor woningbouw en aan de rivierzijde werd een nieuwe dijk gelegd wat een definitief einde voor het zoeken betekende
Cees van der Esch in 1982 aan de oever van de Merwede met enkele van zijn vondsten.
Dordrecht neemt bezit van de opwassen, ook handig als vuilnisbelt
Het was in de jaren ’80 dat ik op zoek was naar kaarten van de Biesbosch in het Algemeen Rijks Archief in Den Haag en kwam daarbij ook een interessante kaart tegen van Papendrecht. Het bleek een proceskaart te zijn over opkomende gronden[5], precies het gebied van de vondsten. Het inventarisnummer werd opgeschreven met de gedachte: dat zien we later wel. Tot Jan de Heer[6] mij drie jaar geleden attent maakte over enkele kaarten met een beschrijving in het Regionaal Archief Dordrecht over hetzelfde gebied. Het betreft ook weer de op- en aanwassen voor Papendrecht. Dordrecht was in conflict met de heer van Papendrecht, Boudewijn Onderwater, over deze ‘opkomende gronden’. In de stukken worden de gorzen en aanwassen genoemd als ‘behoorende tot de Domeijnen’, en ook wel genoemd: ‘des Graaflijkheidsgors’. Het blijkt dat Dordrecht al vele jaren voor 1713 het buitengebied tussen de ‘Eersten of Bovenste Dam’, ter hoogte van de korenmolen van Papendrecht, en de Stadsdam (Veerdam) in pacht had van de Domeinen. Dordrecht heeft de dammen gelegd om de vaargeul op diepte te houden, echter door de vele vissteken/schuttingen dwars over de rivier met als gevolg zandafzetting, had dit nauwelijks effect. Diverse kaarten werden van het gebied gemaakt, daarbij is de ontwikkeling goed te volgen. Een onderzoekje op basis van dat kaartmateriaal toont de toename van de gorzen vanaf de korenmolen in de Kerkbuurt tot de Veerdam. Dordrecht had begin 17de eeuw plannen om een eigen veer te gaan exploiteren, buiten het Papendrechtse veer (Oude Veer) om. Een schetskaart van Sijmons inder Velde uit 1620 toont een dam dwars over de helft van de Merwede en over een nog bescheiden plaat, een opwas dus. De schetskaart wordt in het net gemaakt en uitgebreid in 1664 door Mattheus van Nispen die de kaart maakt in opdracht van de ambachtsheer van Papendrecht, Cornelis Hoynck. Deze is in een proces verwikkeld geraakt met de rentmeester van Zuid-Holland die aanspraak maakt op een tweetal zalmsteken bij het Papendrechtse Veer. De zaak schijnt uit de hand gelopen te zijn; er wordt gesproken over het vernielen van steken en fuiken. Het Hof van Holland komt in zijn vonnis uiteindelijk tot een compromis[7]. Beide heren profiteren niet lang van de opbrengsten van de kostbare zalm. Op dat moment lijkt nog geen sprake van opkomende platen tussen de kerk van Papendrecht en de Stadsdam/Veerdam, de tekening moet waarschijnlijk bij normaal hoogwater voorstellen. De Stadsdam wordt in 1663 gelegd; de Eerste of Bovenste dam bij de korenmolen was ouder. Het buitenwater verandert snel in ondiepten, slibben verder op en raken begroeid. De zalmsteek, genaamd de Stocksteeck even beneden de kerk, wordt ’t eenenmael onbruijckbaer ende infunctieus’. De vissers, de broers Van der Esch, doen hun beklag in 1667 bij de schout en schepenen van de Heerlijkheid Papendrecht en Matena omdat er geen stuiver meer valt te verdienen. Waar de voorgaande 20 jaren de steek 4000 gulden per jaar opbracht waarbij de Heer van Papendrecht de helft toekwam, een enorm bedrag dus[8]. Deze klacht komt nauwelijks drie jaar na het gedoe met de rentmeester van Zuid-Holland. Een kaart van Mattheus van Nispen uit 1673[9] toont het gebied al een riet- of biezenplaat, dat betekent dat in ca. 9 jaar tijd (1663/1664) tussen de Eersten of Bovenste dam en de Stadsdam (Veerdam) geheel begroeid is!
Fragment kaart Mattheus van Nispen (1664). De opkomende platen tussen de kerk van Papendrecht (linksonder) en de Stadsdam, later de Veerdam, zijn hier niet te zien.
Kaart uit 1714 gemaakt door Matthijs van Nispen voor de heer van Papendrecht. Rechts van de molen en de Stads-of Veerdam zien we de gorzen, die als stortplaats voor Dordts afval werden gebruikt. (RAD 3.2)
Fragment kaart 1714 door Abel de Vries, landmeter. Rechtsboven zien we de stadspoort bij de Dordtse Riedijk. Geel ingekleurd het door Dordrecht van de Domeinen gepachte gebied met daarin de Stadsdam. In roze het bezit van de heer van Papendrecht. (RAD 3.2289)
De geringe aanwassen voor Papendrecht, het deel voor de heer van Papendrecht
Vermeldenswaard is de kaart bij het proces in 1713-1714 waarbij door kleur wordt aangegeven wat de heer van Papendrecht toebehoort en wat van de Domeinen blijft. Duidelijk zien we dan het verschil tussen de opkomende platen, de opwassen, en de zijwaartse aangroei aan reeds bestaand land, de aanwassen. Bij de beschrijving op de kaart VTH 899 uit 1770 komt deze kaart weer ter sprake ‘in gevolge de conventie van dato den 26 Febr: 1714’, ook weer verwijzend naar de kleuren en met vermelding van de oppervlakte, de dijkpalen etc. Er wordt vastgesteld dat de plaat die met ‘Riet of Biezen bewassen is (..) in een altoos durend Erfpacht aan Borgemeesteren des stadt Dordrecht is vergunt’, dat wil zeggen het gors tot iets ten westen voorbij het haventje van het Papendrechtse Veer[10]. Waarschijnlijk werd rond 1850 een kade om het geheel gelegd. Voor het Dordtse korps Pontonniers werd een deel van de polder in 1920 opgespoten. Dat blijkt ook uit een schilderijtje van de Dordtse architect en schilder Arie Boers[11] (1867-1947) die daar toen ter plekke heeft geschilderd met op de achtergrond de kastanjebomen bij Panorama. Rond de Veerdam kwamen onder andere ook Dordtse bedrijven[12]. De Dordtse trasmolen die aan het eind van de stadsdam steevast op de proceskaarten voorkomt is dan al 30 jaar daarvoor afgebroken. De Veerdam, de voormalige oude Stadsdam of Stads Dam, behoorde tot 1968 aan Dordrecht.
Over een periode van ruim 100 jaar zijn er processen gevoerd voornamelijk over de visrechten, en later over de gorzen waar bies, riet en rijshout geld opbracht. Arnold de Haan (AWN) heeft in 1979 aan de hand van gevonden munten een diagram gemaakt. Duidelijk blijkt dat een opvallend grote aanvoer van stadsafval plaatsvindt tussen 1760 en 1770, dat komt mooi overeen met de laatste proceskaart en de overeenkomst uit 1770[13]. De meeste tabaks-kleipijpen dateren uit de tweede helft van de 18de eeuw, waarbij die uit Gorcum de boventoon voeren, direct gevolgd door de producten uit Gouda en Schoonhoven. Verder blijkt uit de vondsten, en met name de munten, dat zeker vanaf 1670 het stadsvuil hier werd gedumpt, waarbij soms ook wat ouder materiaal tot rond 1450 meekwam, denk hierbij aan het leeghalen van beerputten. We kunnen gerust stellen dat vrijwel al het materiaal uit Dordrecht komt, en met bootjes tijdens hoog water in het gors is gedumpt. De kleine gemeente Papendrecht had zijn eigen vuilnisbeltjes, meest binnendijks zoals achter de dijk het Oude Veer[14].
Fundamenten van de trasmolen en een bijzonder wapenschildje
In 1994 werd in het kader van de dijkversterking de hoofdwaterkering verplaatst langs de Noord en een deel oostelijk daarvan langs de Merwede. Vrijwel gelijktijdig werd de aanlegplaats van de pont/waterbus verlegd. In 1970 werd door de rivierbochtverruiming de oever al terug gelegd, daarbij werden ook de stevige fundamenten van de trasmolen (1669-1890) opgeruimd[15]. Tussen 1994 en 1997 werden opnieuw vondsten gedaan[16]. Het lag vol met fragmenten aardewerk, glas, pijpenkoppen en enkelen pijpaarden beeldjes enz. Ook werden nog muurfragmenten waargenomen met daaronder o.a. een wit marmeren leeuwfragment van een kostbare schouw. Een aparte vondst is een gedeeld vrouwelijk wapenschildje van harde rode gietklei. Het cartouche rondom is zwaar beschadigd, het lijkt rococo-stijl, dus omstreeks 1750. De linkerhelft, gezien de schilddrager, is hoogstwaarschijnlijk van de familie Van der Burch: een gebogen schuinbalk, de rechterhelft (links) is een lam of een hond, het familiewapen van zijn adelijke (?) vrouw. Het schildje is 9 cm hoog en de achterzijde heeft dezelfde afbeelding. Het is, of moet, een vrijstaand ornament geweest zijn, en is wit/créme geverfd geweest met een spoortje rode verf met bladgoud(!) op de gebogen balk. Het heeft waarschijnlijk aan de zijkanten en aan de onderzijde aan een groter geheel vast gezeten. Voorzichtig gaan mijn gedachten uit naar versierende elementen in tuinen van Dordtse buitenplaatsen. Ook de tamelijk zeldzame, rijk versierde terra cotta tuinvazen werden beschilderd om duurder te lijken, en werden ook in mallen vervaardigd. Het is niet ondenkbaar dat dit onderdeeltje deel uitmaakte van een beschilderd ornament op een Dordtse buitenplaats. Wie het weet mag het zeggen; de familie en de functie van het cartouche/schildje. In ieder geval werd hier aan de oever niet alleen de afgedankte of kapotte spullen van doorsnee gezinnen gedumpt, maar ook van de Dordtse elite.[1]
Enkele potjes van aardewerk w.o. twee roompotjes, twee oorkommetjes en een kaarsenstandaard, 17e en 18de eeuw.
Het wapenschildje/cartouche, voorstellend een allianciewapen van rode gietklei.
Glaswerk w.o. twee wijnflessen, fles met afdruk van glaszegelstempel en medicijnflesjes. De iriserende kleuren komen door de bodemzuren.
Het bovenstaande is een iets uitgebreidere versie van in mei (nr.71) 2019 gepubliceerd artikel ‘Eeuwenoud Dordts huisvuil’ in Dordrecht Monumenteel, het Cultuurhistorisch Magazine, een digitale uitgave van Documentatie- en Kenniscentrum Augustijnenhof (www.augustijnenhof.nl). Ook als papieren tijdschrift verkrijgbaar.
[1] Over het algemeen zijn het hele kleine collecties. Onder andere tussen 1964 en 1970 zocht Arnold de Haan uit Hardinxveld Giessendam deze locatie, maar ook Fred van den Beemt (Alblasserdam), en als oudste zoeker Kees van de Berg (Papendrecht). Zelf heb ik hier vanaf 1954 of 1955 regelmatig gezocht en een collectie opgebouwd.
[2] Ik kreeg een officieel bewijs om er te mogen zoeken, maar dan alleen via de poort wat omrijden betekent, daar had ik geen zin in. Slechts tweemaal heb ik daar gebruik van gemaakt.
[3] Er bestaat een schilderij van deze oever waarop een groot zeilschip wordt opgekalefaterd, mogelijk schepen voor reparatie van de werf van Gips die sinds ca. 1850 gevestigd was aan de Veerdam, of voor houttransport uit Rusland en Scandinavië voor de Russische houthandel die na Gips het terrein vanaf ca. 1890 pachtte tot ca. 1930. Het schilderij werd bij Mak rond 1967 geveild, mogelijk van Petrus van der Velden (1837-!913).
[4] Het is mogelijk dat er ook zilveren zijn gevonden. Bij enkelen zijn er met meegegoten merken, deze komen ook in Dordrecht voor!: IM en DOMINIQVE, deze laatste is gevonden bij rioolwerk Bethlehemplein 2005.
[5 N.A. VTH 899: Limietscheiding van een altoos durende Erfpagt vergunt aan den Heeren Burgemeesteren van Dordrecht van dato 13 juli 1769.
[6] Onderzoeker naar de geschiedenis van Papendrecht. De kaarten komen uit het Archief Papendrecht, en behoren bij de processtukken
[7] Riny Benschop: Kaart betreffende de dijk, platen, steken en dammen bij Papendrecht, pag. 74-76. In Van ijzeren kast tot haman – Topstukken uit het archief van Dordrecht, Erfgoedcentrum DIEP/WBOOKS, 2011.
[8] R.A.D. 562-1. In het document is de Vrijheer Cornelis overleden, zijn weduwe Mevrouwe Maria Cornelia Oem komt hierin voor. De fam. Van der Esch waren in de 17de en 18de eeuw bijna allen in de visserij werkzaam. In het stuk staan de 4 broers en een zwager. Gegevens van Jan van der Esch, Genealogie Van der Esch/ Van der Es.
[9] R.A.D. Dordracum Illustratum 44. Deze kaart is ongedateerd, men (RAD) neemt aan hij in 1673 is gemaakt.
[10] Het haventje van Aviolanda. Verder westwaarts was in bezit van de fam. van de Lek, later Nassau La Lecq.
[11] Behalve foto’s, hebben Dordtse schilders de oever vastgelegd, o.a. Reus, Boonen, Mühlhaus en Wijnhoven.
[12] H.A. Visser, 1992 (3de druk): Papendrecht – Dorp aan de rivier. p. 88-90.J. Migchelbrink, 1989: Grepen uit de geschiedenis van Papendrecht. p. 12-14.
[13] M.J.A. de Haan, 1979: Wat 18de en 19de eeuws vuilnis uit de Merwede bij Papendrecht. Westerheem 28, p. 61-70 en119-130, (orgaan AWN). De Haan beschrijft een deel van zijn, en mijn collectie.
[14] C. van der Esch, 2006: Papendrecht Oude Veer/De Meent, Grondig Bekeken (AWN) 21, nr.1, p.26-30.
[15] Fred van den Beemt, 2010: De verruiming van de Merwede bij Papendrecht en de restanten van trasmolen ‘de RUYTER’. Grondig Bekeken 25, nr. 3, p. 3-10 (AWN-Lek- en Merwestreek).
[16] C. van der Esch, 1995: Papendrecht Veerdam/Merwedeoever-vondsten, Grondig Bekeken 10, nr.1, p. 14-19.C. van der Esch, 1997: Papendrecht Veerdam/Jachthaven (vondsten van loden, pijpen etc.) GB 12, nr.1, p.14.
Nieuws
Gewaardeerde avond Dorpsbehoud
25-11-2024
Voor 20 november 2024 was er slecht weer opgegeven, het KNMI gaf Code geel af. Dat was ver... Lees meer
04-11-2024
Het is weer zover: de jaarlijkse Donateursavond van Dorpsbehoud. Donateurs zijn persoonlij... Lees meer
Mooi resultaat RABO CLUB SUPPORT
14-10-2024
De uitslag van de RABO CLUB SUPPORT is bekend. Dorpsbehoud ontvangt maar liefst € 937,37, ... Lees meer